Reizen met kleine kinderen, goed idee of juist niet?
Reizen met kleine kinderen, iedereen heeft er een mening over en er is al veel over gezegd en geschreven. Waar de één vindt dat je het een baby of peuter niet aan kan doen, reist de ander moeiteloos met z’n kroost de hele wereld over. Er is geen goed of fout. Het belangrijkste is dat jij doet wat jij fijn vindt en je niet laat afleiden door mensen die er anders over denken.
Zo kreeg ik tijdens mijn zwangerschap vaak ongevraagd opmerkingen als ‘je zal straks natuurlijk wel stoppen met al die verre reizen, daar doe je een kind geen plezier mee’ of ‘let maar op Lisette, als je kinderen hebt, heb je geen behoefte meer aan al dat reizen’. Ik vond dat altijd heel bijzonder. Want wat maakt dat iemand anders voor mij besluit dat ik niet meer ga reizen, zodra ik een kind heb? Ik heb het nooit begrepen en begrijp het tot op de dag van vandaag nog steeds niet.
Sterker nog, na 20 jaar de hele wereld over te hebben getrokken zonder kind, blijkt er niks leukers te zijn dan de wereld nog een keer te ontdekken mét een kind. Want wat blijkt? Kinderen zijn puur, vol verwondering, flexibel, nieuwsgierig, hebben geen verwachtingen en beleven een reis als een groot avontuur. Waarbij ze 24uur per dag de aandacht krijgen van papa en mama, maar ook van nieuwsgierige, vriendelijke locals. Want pas als je reist met een kind, word je als reiziger écht gezien. Wordt jouw baby uitvoerig bestudeerd en vergeleken met de Aziatische baby, die dan wel 6 maanden ouder, maar ook 5 centimeter korter is. Wordt je kind voortdurend bezig gehouden tijdens een metrorit door een bruisende metropool, omdat gekke bekken trekken een universele aangelegenheid blijkt te zijn. Komt restaurantpersoneel met kinderstoelen, kleurplaten en potloden aanrennen om het jouw kind naar de zin te maken. Er zijn verbazingwekkend genoeg maar weinig mensen die het vervelend vinden als je met een kind reist.
Ja, maar…dat uuuuren vliegen dan? Ten eerste: reizen met een kind kan vele vormen hebben. Waar de één liever in de auto stapt, stapt de ander liever in een trein of in een vliegtuig. Ook hier is geen goed of fout, we hebben nu eenmaal allemaal andere wensen. Met de auto heb je de reis ogenschijnlijk het meest zelf in de hand. Je kan stoppen waar en wanneer je wilt en de kinderen af en toe even laten rondrennen voordat je weer verder rijdt. Je kan ervoor kiezen een reis naar Zuid-Europa op te knippen in kortere reisdagen met mooie stops onderweg. Zo worden een paar weken Italië al gauw een mini-rondreis Europa door verschillende landen.
Aan de andere kant: vliegen gaat veel sneller en het brengt je verder. Dus ligt jouw interesse bij het maken van verre reizen, dan is vliegen vaak onvermijdelijk. Dit hoeft helemaal geen belemmering te zijn. Sterker nog: mijn ervaring is dat verder vliegen zelfs fijner kan zijn dan korte afstanden. Zo worden vluchten voor lange afstanden met grotere toestellen uitgevoerd die vaak meer ruimte en comfort bieden dan chartervluchten en City Hoppers. Het personeel op een dergelijke vlucht schenkt extra aandacht aan gezinnen met kinderen en kinderen krijgen een speelsetje waar ze zich mee bezig kunnen houden. Voor de allerkleinsten bestaan er baby baskets, wiegjes waar jouw kleine tijdens een nachtvlucht prima in kan slapen. En wist je dat er zelfs luchtvaartmaatschappijen zijn met nannies aan boord?
Wil jij meer weten over reizen met kinderen? Klik hier onder en laat het ons weten!